De Franse econoom Thomas Piketty heeft met zijn boek “Le Capital au XXIe siècle” een boeiende inkijk gegeven in de rol welke vermogen speelt in de hedendaagse sociale samenhang binnen landen en economieën. Hij heeft daarmee ook een belangrijke bijdrage geleverd aan het denken over deze materie. De analyse is sterk, maar zijn oplossing is mijns inziens risicovol en in potentie erger dan de kwaal. In dit blog werk ik deze gedachte verder uit en tracht ik tevens te beoordelen hoe “Piketty proof” Nederland al is (dit blog is in verkorte vorm ook gepubliceerd in het FD van 15 december 2014).
Het Radicale Islamisme dat na de Arabische Lente verder zichtbaar is geworden dan voorheen al onder Al-Qaida, heeft de potentie een -in zekere zin, zelf gecreëerde- bedreiging te worden voor onze multi-culturele samenleving en rechtsorde, vooral omdat het spel gespeeld wordt met andere regels dan wij gewend zijn. Wat is er aan de hand? Een persoonlijke verkenning naar achtergronden, belevingswereld en mogelijke impact.
Het weerzinwekkende neerhalen van de MH-17 zou wel eens het kantelmoment kunnen zijn in de loopbaan van Vladimir Poetin. Het moment dat hem de controle ontvalt en het niet langer mogelijk is zijn positie, welke is gegrond op een zorgvuldig gecreëerd web van corruptie, leugens en intimidatie, overeind te houden. Rusland zal in toenemende mate geïsoleerd komen te staan en duidelijk zal worden welke sprongen Poetin, als een kat in het nauw, voor zijn behoud bereid is te maken.
Aan cijfermatig inzicht in de wereld om ons heen is geen gebrek zou je denken. Er gaat bijna geen dag voorbij of er wordt weer een cijfer over ons uitgestort over een of ander aspect van het economisch leven. De overheid weet zich redelijk te onttrekken aan dit fenomeen, waardoor we eigenlijk maar een matig inzicht hebben over hoe de overheid presteert. Dit komt vooral omdat er geen of slechts een beperkte relatie wordt gelegd tussen wat we als land besteden aan overheidstaken en de kwaliteit van wat daarvoor wordt gepresteerd. Hoog tijd dus voor een benchmark die nationale overheden tegen het licht houdt en hun prestaties beoordeelt ten opzichte van de daarvoor ingezette middelen. Dat is de bedoeling van de door mij samengestelde Public Governance Performance Indicator (PGPI).
De kloof tussen ontvangen stemmen en toegekende zetels voor de Nederlandse afgevaardigden naar het Europese Parlement was opmerkelijk. Hoewel D’66 meer stemmen had dan het CDA, ging het met minder zetels naar huis. Politieke navelstaarderij lag hieraan ten grondslag. Een kostbare fout die D’66 en VVD aan te rekenen valt. Als het bij verkiezingen niet meer gaat om het krijgen van de meeste zetels, waar gaat het dan nog wel over?
Nederland gaat op 22 mei naar de stembus om haar vertegenwoordiging in het Europese parlement te kiezen. Waarom roept dit zo weinig emotie op en hoe komt het dat de nationale politiek zich zo afzijdig houdt? Het antwoord ligt in botsende verantwoordelijkheden en politieke ego’s. Hoeveel Europa propageer je als je eigen baan minder interessant wordt? Tijd voor een bezinning op de grote hoeveelheid organisaties die binnen het totale politieke spectrum over ons waken en een oproep om de slecht tot niet gedefinieerde scheidslijnen tussen wat Europees moet en nationaal geregeld kan worden nu eindelijk eens scherp te trekken.
Rusland’s economische succes in de afgelopen jaren lijkt het grootste obstakel te zijn in Poetin’s streven zijn land weer mee te laten tellen in het geopolitieke spel. Hoe meer hij de groot Rusland politiek nastreeft, hoe harder zijn volk met de consequenties daarvan geconfronteerd wordt. Het “westen”, op haar beurt, dient met de implicaties daarvan in meerdere opzichten rekening te houden. Enerzijds zal zij zich minder afhankelijk dienen te maken van Russische energie, anderzijds dient zij meer begrip te tonen voor de gevoeligheden welke ten grondslag liggen aan Rusland’s vrees haar voormalige satelliet staten te verliezen aan het “westen”.
De nationale overheid zet in op overheveling van allerhande taken naar de gemeenten. De gemeenten op hun beurt missen het vermogen, kennis en bestuurlijke ruggengraat hier adequaat mee om te gaan. Een potentiële ramp in wording dus, zeker als nagelaten wordt een omgeving te creëren waarin een dergelijke overheveling wel landt. Werk aan de winkel om het systeem van de gemeentelijke uitvoering en democratie aan te passen aan de behoeften en eisen van deze tijd! Als het een beetje meezit zijn in 2022 de stofwolken weer neergedaald en heeft Nederland een vernieuwde, door goede uitvoering ondersteunde en daadkrachtige bestuurslaag op gemeentelijk niveau. Een bestuurslaag die wel in staat is zich verantwoord, door de kiezer gesteund en (h)erkend van haar taken te kwijten. Het duurt even, maar dan heb je (misschien) weer wat om voor te kiezen op gemeentelijk niveau!
Onze maatschappij wordt in toenemende mate gedomineerd door regels. We worden er allemaal mee geconfronteerd, vaak terecht maar ook steeds vaker door een misplaatste gemakzucht van “regelgevers”. Waar komt dit door en hoe zouden we hier mee om moeten gaan? Welke invloed heeft dit op de kwaliteit? Op basis van voorbeelden uit de financiële sector, accountancy en de gezondheidszorg probeer ik een beleidskader te formuleren dat tot richtsnoer kan dienen voor het al dan niet opleggen van regels.
Geert Mak's "Reizen zonder John" opende mij de ogen voor de parallellen die te trekken zijn tussen de wijze van politiek bedrijven door de toenmalige Amerikaanse communistenjager Joseph McCarthy en (Islam en Europa verketteraar) Geert Wilders. Echter daar waar McCarthy door het ijs zakte toen hij zijn stellingen van een fundament moest voorzien, onttrekt Wilders zich aan het nemen van enige verantwoordelijkheid. Desondanks krijgt hij ruimte voor zijn antipolitiek binnen de te versnipperde en te veel naar binnen gerichte politieke vissenkom die Den Haag is. Volgens mij is het tijd voor een heroriëntatie op het politieke midden.
De vorig jaar aangenomen Accountantswet en de recente voorstellen van de EU inzake verplichte periodieke roulatie van accountantskantoor en beperking van adviesdiensten, voorzien in een oplossing die het werkelijke probleem van falende controles niet echt bij de horens te vat. Daarnaast dreigt Nederland zich buiten de norm te plaatsen en iconische ondernemingen het land uit te jagen als ze vasthoudt aan een eigen, buiten de Europese werkelijkheid in stand te houden, wetgeving.
Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI's) dragen zonder winstoogmerk bij aan een betere samenleving. Uit hoofde daarvan genieten zij bepaalde fiscale vrijstellingen, waaronder in de Omzetbelasting. Jammer en onrechtvaardig is dat het geld dat wij als burgers aan deze instellingen schenken, alsnog belast wordt met Omzetbelasting als zij samenwerken om nog efficiënter en professioneler te zijn. Dat moet toch anders kunnen?
De politieke burgeroorlog die de Verenigde Staten teistert sinds in ieder geval het midden van het vorige decennium, dreigt in toenemende mate nu ook de wereldeconomie te raken. Net als het ontstaan van de banken crisis terug te voeren was op het vasthouden aan toen vooral economisch ideologische principes, is nu sprake van een sterk ideologisch verdeeld Congress wat het land in gijzeling houdt rond vrijwel ieder belangrijk thema op de politieke agenda. Dit brengt enorme risico's met zich mee.
Sinds de wereld op 11 september 2001 werd opgeschrikt door de monsterlijke aanslagen op New York en Washington, zijn door overheden flinke stappen gezet hun toegang tot data (telefoonverkeer, internet en e-mail) te versterken en vervolgens systematisch te analyseren. De recente onthullingen van Edward Snowden via The Guardian en The Washington Post over het Amerikaanse PRISM programma geven voor het eerst een indruk van de schaal en wijze waarop dit plaatsvindt.
Het artikel in het FD van 3 juni 2013 waarin onder de kop “Het stelsel van verdragen is onhoudbaar geworden” aandacht wordt besteed aan een onderzoek van Francis Weyzig naar de invloed van onze belastingverdragen op investeringsstromen richting ontwikkelingslanden, noopt mij tot het plaatsen van een aantal, naar mijn mening, inmiddels zeer noodzakelijke kanttekeningen bij deze materie.