Op 6 april gaan de stemhokjes open. De vraag ligt dan voor of wij, de kiezer, ‘voor of tegen de wet tot goedkeuring van het de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne’ zijn. Dit referendum roept wel een aantal vragen op. Vragen die ik in een aantal artikelen heb aangekaart. In dit laatste artikel vraag ik me af of het verstandig is niet te stemmen of juist wél. Tipje van de sluier: maak van het ‘EU-referendum’, een ‘GeenStijl-referendum’.
In mijn vorige bijdrage ging ik in op de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne zelf. In dit artikel gaat het om de vraag die tot hét thema van het referendum is gemaakt. Is ‘Europa’ werkelijk zo ondemocratisch als beweerd wordt door het GeenStijl-kamp? Ik tracht in dit stuk inzicht te krijgen in de argumenten die zij aanvoeren om dat standpunt te onderbouwen. Op basis daarvan probeer ik de vraag te beantwoorden of Europa echt ondemocratisch is.
Dit is het tweede artikel in mijn zoektocht een antwoord te vinden op de vraag ‘voor of tegen de Wet tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne’ te stemmen. In dit artikel probeer ik me een beeld te vormen over de inhoud en implicaties van de voorliggende associatieovereenkomst met Oekraïne met het doel voor mijzelf een gefundeerd stemadvies te formuleren.
Op 6 april zal er een nationaal raadgevend referendum gehouden worden waarin aan de Nederlandse kiezer gevraagd wordt of hij "voor of tegen de Wet tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne" is. Dit referendum roept wel een aantal vragen op. Vragen die ik in een aantal artikelen wil aankaarten. In dit artikel houd ik me bezig met het gegeven dat GeenPeil het raadplegend referendum willens en wetens kaapt voor een oneigenlijk doel, de vraag hoe dat de toegevoegde waarde van een referendum beïnvloedt en wat daar mogelijk tegen te doen is.
Op 2 februari hebben de Britten hun onderhandelingen afgerond met de EU inzake de herziening van hun verdragsverplichtingen. Dit heeft niet het resultaat opgeleverd waar Cameron op had gehoopt. Het heeft er alle schijn van dat hiervan vooral anti-EU-bewegingen in het Verenigd Koninkrijk garen spinnen. Ook bestaat er een reëel risico dat de overeenkomst koren op de molen is voor anti-Europa partijen op het vasteland van Europa. In dit artikel ga ik in op de geschiedenis en omstandigheden van de Britse deelname aan de EU, haar wens de voorwaarden van het lidmaatschap te herzien, de overeenkomst van 2 februari en de implicaties die deze mogelijk heeft voor zowel Cameron, de Britten als de EU zelf.
De schokgolven van de conflicten in het Midden-Oosten bereiken inmiddels ook onze leefomgeving in alle hevigheid en confronteren ons met een beleid waar ‘wij’ lange tijd zelf medeverantwoordelijk voor zijn geweest. Nu vluchtelingen de grenzen van de EU overlopen, moeten we ons instellen op een nieuwe realiteit. Dit blog onderzoekt de aanleiding en omstandigheden van het huidige vluchtelingendrama, hoe de Nederlandse inzet bij de opvang van vluchtelingen zich verhoudt tot de rest van de EU en hoe we als land met het vluchtelingenvraagstuk om (kunnen) gaan.
Europa is dagelijks nieuws en het moet gezegd, de beelden die bij ons binnen komen zijn niet altijd even positief. Vraagtekens bij het democratisch gehalte van de EU, de effectiviteit van het bestuur en de kloof tussen noord en zuid zijn dankbare onderwerpen voor de media en een (te groot?) aantal lokale politici. Dit vraagt om verdieping. Zoals zo vaak bij nadere beschouwing zijn beelden niet altijd compleet of juist, en levert een zoektocht interessante impulsen op voor nieuwe inzichten en gedachten. In vier delen heb ik van deze zoektocht verslag gedaan. Dit is de samenvatting van mijn belangrijkste bevindingen
In het tweede deel van mijn zoektocht naar wat 'Europa' beter moet doen om haar sociale legitimiteit te verbreden en haar draagvlak onder haar burgers te vergroten gaat het over unanimiteit in de Europese besluitvorming. Lidstaten hebben ten aanzien van bepaalde besluiten een vetorecht, hetgeen een belangrijke inbreuk is op het democratisch gehalte van de besluitvorming in de Unie. Wat levert deze inbreuk op en wat kost het ons? In 'De onmacht van de unanimiteit' ga ik hier verder op in en spreek ik me uit voor een verdergaand federatief verband voor Europa.
Europa is dagelijks nieuws en het moet gezegd, de beelden die bij ons binnen komen zijn niet altijd even positief. Vraagtekens bij het democratisch gehalte van de EU, de effectiviteit van het bestuur en de kloof tussen noord en zuid zijn dankbare onderwerpen voor de media en een (te groot?) aantal lokale politici. Dit vraagt om verdieping. Zoals zo vaak bij nadere beschouwing zijn beelden niet altijd compleet of juist, en levert een zoektocht interessante impulsen op voor nieuwe inzichten en gedachten. In vier delen doe ik van deze zoektocht verslag. In het eerste deel gaat het over sociale legitimiteit en draagvlak.
Dat Griekenland een probleemland is, weten we zo langzamerhand wel. Of het nog goed gaat komen tussen dat land en de rest van de EU valt inmiddels te bezien, maar wat mij betreft is er geen echte oplossing denkbaar zonder akkoord. Tegelijkertijd is het onwaarschijnlijk hoeveel mis is gegaan op weg naar de huidige situatie. We vergeten kennelijk snel, zijn naïef en/of opportunistisch. Een ‘opfrisblog’ met wat afsluitende gedachten over verleden, heden en toekomst van de Euro en Europa.
Europa wordt vaak neergezet als een droom, een reis op weg naar 'iets' beters. Ook wordt wel de indruk gewekt dat die droom is blijven hangen en de reis er een is met onneembare obstakels. Is dit eigenlijk wel zo? Aan de hand van een vergelijking van data uit een groot aantal bronnen poogt deze blog hier een antwoord op te geven en uit te vinden wat de belangrijkste succesfactoren zijn. Ook wordt een klein uitstapje gemaakt naar wat dit voor Nederland betekent.
Nederland gaat op 22 mei naar de stembus om haar vertegenwoordiging in het Europese parlement te kiezen. Waarom roept dit zo weinig emotie op en hoe komt het dat de nationale politiek zich zo afzijdig houdt? Het antwoord ligt in botsende verantwoordelijkheden en politieke ego’s. Hoeveel Europa propageer je als je eigen baan minder interessant wordt? Tijd voor een bezinning op de grote hoeveelheid organisaties die binnen het totale politieke spectrum over ons waken en een oproep om de slecht tot niet gedefinieerde scheidslijnen tussen wat Europees moet en nationaal geregeld kan worden nu eindelijk eens scherp te trekken.